Samenvatting

Evolutionistische samenvatting
We hebben gekeken naar een heleboel gegevens over fossielen en de gesteenten waarin ze gevonden worden. We hebben naar deze gegevens gekeken vanuit twee, verschillende gezichtspunten: het scheppingsmodel en het evolutiemodel. Welk van deze modellen schijnt het best te kloppen? Waar liggen de sterke en zwakke punten? Waar is het bewijsmateriaal incompleet?
Figuur 3.1 Laten we eens kijken hoe goed je de stukken van de fossiele puzzel aan elkaar kunt leggen. Hoe goed passen je veronderstellingen bij de feiten?
Het is moeilijk deze vragen te benaderen zonder dat onze gevoelens erbij betrokken zijn. Wanneer we in de historie van het leven graven, kunnen we niet anders dan ons verwonderen hoe wijzelf zijn ontstaan. We vragen ons af wat ons doel en onze bestemming is. Onze vragen worden moeilijker wanneer we merken dat veel van de gegevens slechts aanwijzingen zijn. Dat wil zeggen dat deze gegevens voor meer dan één uitleg vatbaar zijn. Geen mens nam het begin van het leven waar, en wij kunnen niet toetsen wat in het verleden gebeurde. We kunnen er zelfs niet zeker van zijn hoe nuttig de tegenwoordige methoden zijn bij het verklaren van voorvallen uit het verleden. Kortom, als er één onderwerp is dat een onbevooroordeelde instelling nodig heeft, dan is het de bestudering van fossielen.

Evolutie: het idee dat over'lange tijdsperioden nakomelingen van eenvoudige levensvormen kunnen veranderen in gevarieerde en meer complexe soorten; verandering tussen soorten.

Schepping (creatie): het idee dat alle levensvormen variaties zijn van soorten geschapen door een Meester-Ontwerper; verandering binnen de soorten.
Laten we, om u te helpen uw eigen ideeën samen te vatten, de fossiele gegevens herhalen: ten eerste zoals een evolutionist het ziet, daarna zoals een creationist het ziet. Welke veronderstellingen zouden vertegenwoordigers van beide visies maken wanneer wij hen zouden uitnodigen om daarover op een conferentie te spreken? Op welke gebieden is verder onderzoek nodig? Kan een van de twee beweringen met redelijke zekerheid vastgesteld worden? Welk model is het meest belovend voor verder onderzoek? Wat denkt u ervan?
Laten wij dan nu naar de argumenten van de beide sprekers luisteren:
Om deze redenen hebben we een twee-modellen-benadering gekozen bij onze discussie over de fossiele gegevens. Door naar een breed spectrum van gegevens te kijken in het licht van twee contrasterende ideeën hopen we dat we u aangespoord hebben zelf er over na te denken. We hopen dat u zelf zult opmerken wat feit en veronderstelling is. Tenslotte hopen we dat u bedachtzaam zult zijn met ideeën die afwijkend zijn van de uwe.
feit: iets dat waargenomen of gemeten is.

veronderstelling: een niet te bewijzen geloof dat gebruikt wordt als basis voor een redenatie.
Evolutionistische samenvatting

Het leven begon meer dan 3 miljard jaren geleden. Hoewel we misschien nooit in staat zullen zijn alle details uit te werken, lijkt het dat er slechts tijd, toeval en natuurlijke processen bij te pas kwamen. De wetenschap kan zich niet inlaten met een God. toen het leven eenmaal begonnen was vonden er variatie en natuurlijke selectie plaats. Dit verzekerde een toename van complexe en gevarieerde levensvormen. We zien elke dag om ons heen mutaties optreden. Griepvirussen veranderen, insecten worden resistent tegen DDT en bacteriën leren op penicilline te leven. Dit zijn slechts enkele van de vele zaken die de evolutie in werking tonen.
Figuur 3.2 Vele erfelijke veranderingen (mutaties) zijn waargenomen bij virussen, bacteriën en insecten.
Het fossielenverslag zwijgt over de evolutionistische veranderingen die gedurende de eerste 21/2 miljard jaar van het leven plaats gevonden moeten hebben. Echter in de tijden van het Cambrium, ongeveer 600 miljoen jaren geleden, ontwikkelden ongeveer in dezelfde tijd veel diergroepen harde delen, en deze lieten vele fossielen achter. Deze fossielen helpen ons het spoor te volgen van de veranderingen van het leven opwaarts door de geologische kolom.
Figuur 3.3 Aan de basis van de geologische kolom wordt alleen fossiel zeeleven gevonden.
De gesteenten uit het Cambrium tonen aan dat het leven begon in zee. Pas 200 miljoen jaar later vinden we bewijzen voor landplanten en dieren. Bloeiende planten verschenen niet eerder dan in het Krijt. Dit was de laatste van de drie perioden in het “Tijdperk van de reptielen”.
De reptielen, waaronder de dinósaurussen, beheersten de aarde bijna 200 miljoen jaar. Zal de mens die slechts 2-4 miljoen jaar geleden verscheen, in staat zijn om te overleven?
Figuur 3.4 Als fossielen gevonden planten
Er ontbreekt veel aan de gegevens over ongewervelde fossielen uit het verleden. Daarom moet de fossielengeschiedenis uitgebouwd worden door bestudering van levende vormen. Het onderzoek naar de geschiedenis van landplanten, zaaddragende planten en bloeiende planten wordt voortgezet. De overblijfselen daarvan blijven niet zo goed bewaard als schelpen, botten en tanden. Aan de andere kant is de geschiedenis van de evolutie van de gewervelden duidelijk aangetoond.

Figuur 3.5 Er zijn vele overeenkomsten tussen de botten van kwastvinnige vissen en amfibieën zoals de lchthyostega.
De eerste gewervelde dieren, de vissen, verschijnen in de bovenste gesteenten van het Cambrium. Hun ontwikkeling uit ongewervelde dieren moet plaats gevonden hebben. in vroegere tijden (lager Cambrium of Precambrium). Een vergelijking van de resten van kwastvinnige vissen met die van bepaal de amfibieën (figuur 3.5) helpt ons de verandering van water naar land voor te stellen.
Toen sommige amfibieën de laatste sporen van bestaan in water opgaven (hun kikkervisstadium),
veranderden zij in reptielen zoals de Seymouria.' Sommige reptielen evolueerden bijna onmiddellijk in zoogdierachtige vormen. Een reeks fossiele vormen tonen de ontwikkeling van zoogdieroorbeentjes uit reptielenkaakbeenderen. (Figuur 3.6)
Figuur 3.7 De relaties tussen gewervelde groepen kan afgebeeld worden als een vertakte “evolutie boom”.
Maar het meest opvallende voorbeeld van verandering door evolutie wordt geleverd door de beroemde “reptielenvogel", de Archaeopteryx. De Archaeopteryx is werkelijk een tussenschakel. Hij heeft veren en een vogelachtige bek: maar hij heeft tanden in zijn snavel, vleugelklauwen en een lange benige reptielachtige staart. Toen weinig bekend was van het fossielen verslag, klaagde Darwin dat het ontbreken van tussenschakels misschien het meest duidelijke en ernstige bezwaar tegen evolutie was. Tegenwoordig helpen vormen zoals de Archaeopteryx deze hiaten te vullen.
Figuur 3.8 De Archaeopteryx heeft kenmerken van zowel reptielen als vogels, daardoor schijnt het een evolutieschakel te zijn tussen de twee groepen.
. "De paardenreeks'' die aantoont hoe een klein knabbelend dier in ons moderne paard veranderde, is ook een goed voorbeeld. (Figuur 3.9)
Figuur 3.9 De"paardenreeks"
Het beste verslag van de veranderingen door evolutie is natuurlijk de geologische kolom zelf. Vele delen van de kolom zijn te zien in Zuidwest Amerika. Een wandeling door de canyons van Arizona en Utah lijkt op een wandeling door de geschiedenis van het leven. Onderin de Grand Canyon ligt het Precambrium, met slechts weinig fossiele resten. Maar dan komt het leven uit het Cambrium, de zeewezens waarmee het overvloedige leven begon. Verder omhooggaand door de lagen van het Paleozoïcum zien we de trilobieten floreren. Die sterven uit en de armpotigen ruimen grotendeels het veld voor de mosselen. De nautiloïden veranderen dan in ammonieten. Dichterbij de top vinden we sporen van de eerste landdieren in het woestijnzand van het Perm. In het noorden van Utah bevindt zich het verslag van het dinosaurusrijk. Daar zijn ook de eerste beginselen van vogels en zoogdieren. Maar voor de voorouders van de mens moeten we naar Afrika gaan.
Figuur 3.10
Een wandeling vanaf de basis naar de top van de Grand Canyon zou u langs bijna de helft van de systemen van de geologische kolom voeren, en u zou slechts één hiaat zien.
Het fossielenverslag van de mens is nog niet compleet, maar we beginnen ook daar de hiaten op te vullen. Wanneer we naar ons eigen verleden speuren, leren we meer over onszelf, onze instincten en ambities. Misschien zullen we zelfs ontdekken wat de reden van ons bestaan is en wat de toekomst inhoudt. Sommigen zeggen dat meer dan 90% van alle bekende soorten uitgestorven is. Zal de mens in staat zijn te overleven?

De evolutionist suggereert een beeld van de geschiedenis van het leven op aarde. Overweeg de gegevens voor jezelf, voordat we kijken naar de samenvatting van de creationist.
1.Wat is het sterkste feitelijke bewijs dat de evolutionist aanvoert ter ondersteuning van zijn argumenten?
2. Wat zijn de voornaamste onderstellingen van de spreker?
3. Wat zijn de zwakste punten in de argumentatie van de spreker?