Welke betekenis hebben de fossielen?
Zoals je gezien hebt kunnen fossielen ons veel vertellen over het leven in het verleden. Zij vertellen ons echter niet alles. We kunnen bijvoorbeeld aan hun botten niet zien of dinosaurussen warmbloedig of koudbloedig waren. We kunnen hun botstructuur vergelijken met soortgelijke dieren en we kunnen ook hun ecologische begeleiders vergelijken met die van de, tegenwoordig levende dieren. Dan kunnen we proberen hun verleden te raden, maar we kunnen nooit echt zeker zijn dat onze gissing juist is. Omdat dinosaurussen uitgestorven zijn, kunnen we onze ideeën niet uitproberen. Daarom zijn de meningen van de geleerden verdeeld over dit punt. Sommigen denken dat dinosaurussen waarschijnlijk warmbloedig waren zoals vogels en zoogdieren. De meesten echter denken nog dat ze koudbloedig waren zoals de reptielen die tegenwoordig leven.

warmbloedig: dieren, zoals vogels en honden, waarbij de lichaamstemperatuur in een constant gebied ligt, onafhankelijk van hun omgeving.

koudbloedig: dieren, zoals vissen en de meeste reptielen, waarvan de lichaamstemperatuur varieert met de temperatuur van hun omgeving.

ecologisch: verwijst naar het soort omgeving waarin planten en dieren leven.

zoogdieren: dieren met haar of pels waarvan de jongen gevoed worden met melk, zoals katten en honden.

Figuur 1.16 Het bestuderen van fossielen lijkt op het oplossen van een mysterie. Gewoonlijk hebben wetenschapsmensen slechts een deel van het bewijs. Wetenschapsmensen moeten er naar raden hoe het hele organisme en al zijn vleselijke delen eruit gezien zouden hebben. Er zijn geen ooggetuigen of geschreven verslagen om de puzzel te helpen oplossen.
Figuur 1. 17 Modellen zijn een belangrijk hulpmiddel voor de wetenschapsmensen. Zij worden gewoonlijk opgebouwd uit de beste veronderstellingen die een geleerde op dat moment kan maken, maar hij is altijd bereid zijn model te veranderen wanneer nieuwe gegevens binnenkomen.


Het bestuderen van fossielen lijkt dan ook op het proberen een mysterie op te lossen met slechts een gedeeltelijk bewijs. We hebben geen verslagen die geschreven zijn door menselijke ooggetuigen. We zijn niet in staat de toetsen te gebruiken die zoveel andere vragen in de wetenschap helpen oplossen.
In zulk een situatie ontwikkelen de wetenschapsmensen gewoonlijk modellen. Modellen zijn algemene ideeën die ontworpen zijn om aanwijzingen te organiseren en begrijpen. Tegenwoordig bijvoorbeeld weet niemand precies wat licht is. Overeenkomstig het ene model bestaat licht uit deeltjes; overeenkomstig het andere is licht een golf. Door in termen van deze twee modellen te denken kunnen wetenschapsmensen verklaren hoe licht werkt. Deze modellen helpen ook experimenten op te zetten om duidelijker te ontdekken wat licht precies is.
model: een idee of raamwerk dat gebruikt wordt om gegevens op zinvolle wijze bij elkaar te zetten.

aanwijzingen: indirect bewijsmateriaal dat op meer dan een manier geïnterpreteerd kan worden.
Twee modellen voor het begrijpen van fossielen
Wanneer we de fossiele gegevens willen interpreteren stuiten we ook op twee wetenschappelijke modellen-. het evolutionistische geleidelijkheids model, en het creationistische catastrofe model. Wetenschapmensen met deze twee meningen verschillen zowel wat betreft (1) de soorten leven die ze verwachten te vinden als fossielen als wat betreft (2) de betekenis van de volgorde van de fossielen zoals getoond wordt in het idee van de geologische kolom.
geleidelijkheids gedachte: het idee dat fossielen en de geologische kolom geleidelijk gedurende uitgestrekte tijdsperioden gevormd werden.

katastrofisme: het idee dat fossielen en de geologische kolom snel gevormd werden tijdens een wereldwijde ramp.
Volgens het evolutionistische geleidelijkheids model:
Volgens het creationistische catastrofe model:
(1) Alle soorten leven die we als fossielen vinden, kunnen in gescheiden en apart geschapen soorten gegroepeerd worden. Sommige soorten zijn uitgestorven, maar de meeste fossielen kunnen geklassificeerd worden in dezelfde groepen planten en dieren die we tegenwoordig hebben.
(2) De geologische systemen zijn brede ecologische en sedimentaire zones. Zij bevatten fossielen van schepsels die tegelijkertijd op verschillende plaatsen leefden. De geologische kolom toont de logische volgorde waarin stijgend vloedwater planten en dieren uit deze verschillende zones begroef.
soort: een groep dieren of planten die gescheiden van alle andere groepen geschapen werd. Variaties binnen een soort hebben altijd een beperkte rijkwijdte.
(1) Fossielen tonen een evolutie van eenvoudige beginvormen naar complexe vormen. De fossielen moeten ons in staat stellen de tussen vormen op te sporen waarlangs de ene soort van leven evolueerde in de andere. Op deze wijze zou men als het ware de evolutie in het verleden zien.
(2) De geologische systemen vertegenwoordigen schepsels die in verschillende tijdsperioden leefden, de geologische kolom geeft de verschillende stadia in de evolutie van het leven gedurende miljoenen jaren
tussenvormen: levensvormen waarvan verondersteld wordt dat ze aantonen hoe een erfelijke trek veranderde in een ander (bijv. schubben in veren) toen de ene levensvorm veranderde in een ander (bijv. reptielen in vogels)

Welk model past het best bij de gegevens- het creatonistische catastrofe model of de geleidelijke evolutie? Het doel van dit boek is niet voor te schrijven wat men moet denken, maar om u de gelegenheid te geven om zelf tot een besluit te komen.
Laten we de gegevens objectief onderzoeken. Er waren geen ooggetuigen, en we kunnen geen proeven nemen over wat er in het verleden gebeurde.
Dit boekje handelt over fossielen, de resten van eens levende objecten. Verder bewijs voor schepping-katastrofe en geleidelijke evolutie is met elkaar vergeleken in een ander boekje in deze -Twee modellen serie-, Oorsprong: Twee modellen EvolutielSchepping.
Figuur 1.18 Schepping - katastrofe model
Figuur 1.19 Evolutie - geleidelijkheidsmodel
Ons bewijsmateriaal - de fossielen - is slechts bijkomstig. Jij moet zelf proberen te concluderen welke van de twee modellen er met een redelijke mate van zekerheid door gesteund wordt.

Laten we eens graven in het fossielenbewijs. De volgende hoofdstukken gaan over de feiten die je nodig hebt om de puzzle op te lossen. Welk model past het best bij de feiten - schepping of evolutie? Is er genoeg bewijs om tot een besluit te komen? Bestudeer, denk na, discussieer, en gebruik andere  bronnen. En kijk tot welke uitspraak je komt".

Twee modellen