PLANTEN

Hebt u zich ooit afgevraagd wat voor soorten planten er op de aarde waren toen de dinosaurussen leefden? Wat betreft de bloeiende planten, bent u misschien verbaasd zulke bekende namen te horen als eik, ahorn, wilg, laurier, magnolia, vijg en palm. Fossiele planten lijken heel erg veel op die welke we tegenwoordig hebben en zij worden in grote aantallen gevonden in de gesteenten uit het Krijt. Er zijn geen aanwijzingen hoe zij uit andere soorten planten ontstaan zouden kunnen zijn. Zij verschijnen abrupt in de fossielen kolom in grote variatie zonder tussenvormen die schakels leggen naar andere planten.
Darwin was zich bewust van deze feiten. Hij noemt de oorsprong van bloeiende planten - een afschuwelijk mysterie-. Meer dan '100 jaar later schreef Harold C. Bold. in zijn leerboek, Morphology of Plants, dat deze woorden nog waar zijn 2) . Natuurlijk kunnen ontbrekende schakels nog gevonden worden. Maar wat te doen met de grote hoeveelheid fossiele planten die we al gevonden hebben? Professor Corner aan de universiteit van Cambridge schreef: - ... voor de onbevooroordeelde pleiten de fossielen van planten ten gunste van een (bijzondere) schepping" 3).


abrupt: plotseling en zonder eerdere aankondiging.

"Ondanks de vorderingen van onze kennis van de vergelijkende morfologie bij planten, bloemstructuur, en de fossielen kolom, en ondanks de publicatie van vele bladzijden speculatie over dit onderwerp, vatten Darwins woorden op welsprekende wijze de huidiqe stand van onze kennis samen" 2).
onbevooroordeeld: zonder enig vooroordeel of vooringenomenheid; wanneer iemands mening niet van te voren al vast staat.
Figuur 2.9 De bloeiende planten die gelijktijdig met dinosaurussen leefden, hebben grote overeenkomst met zulke planten die tegenwoordig leven. Wat betekent dit voor een evolutionist? ... een creationist?
Figuur 2.10 toont nog andere planten die in grote hoeveelheid als fossielen gevonden worden. De meeste komen voor in groepen die parallel lopen met de moderne planten, en iedereen die tegenwoordig varens gezien heeft, zou gemakkelijk de doodgewone fossiele bladeren van varens kennen, Variëteiten in deze groepen verschillen slechts weinig van die welke tegenwoordig leven. Door uitsterving is er zelfs een grotere variatie bij fossiele planten dan bij levende vormen.

uitsterving: het uitsterven; alleen als fossiel gevonden worden en tegenwoordig niet meer levend voorkomend.

Figuur 2. 10 Hierboven staan twee kegeldragende planten die zowel fossiel als tegenwoordig bekend zijn.
Figuur 2.11 Varens en varenachtigen die gewoonlijk als fossielen gevonden worden. Slechts enkele leven nog.
varenachtigen: planten die er uitzien en zich vermenigvuldigen als varens, Vele nu uitgestorven soorten worden als fossiel gevonden in steenkool. (Figuur 2.11)

paardestaarten: gewone naam voor varen achtigen zoals de nog levende Equisetum. De meeste soorten, waaronder de reuzenvormen zijn uitgestorven.

oervaren: een nu nog levend voorkomend varen uit een groep varenachtigen die bijna allen uitgestorven zijn. (Figuur 2.11)
Er is een groep planten, de zogenaamde varenachtigen die erg hard getroffen werd door uitsterving. Deze planten, samen met de echte varens en sommige speciale zaadplanten, verschijnen als aparte groepen bij de fossielen. Veel leden van deze groepen bereikten de hoogte van grote bomen in de ,,steenkoolbossen", zoals afgebeeld in figuur 2.10. Tegenwoordig leven echter nog slechts enkele soorten varenachtigen. Hierbij behoren de "levende fossielen" zoals paardestaarten en oervarens die afgebeeld zijn in figuur 2.11.
Niemand weet zeker waarom zulke goed geadapteerde planten uitstierven. Vele creationisten denken dat de atmosfeer van de wereld vóór de vloed .veel meer waterdamp en een hoger kooldioxidegehalte bevatte. Dit zou de hele aarde van pool tot pool een warm klimaat geven. Sommigen echter accepteren het denkbeeld van een watergewelf niet. Zij zijn het er echter wel over eens dat fossielen van bijna al de systemen deel hadden aan een veel milder wereldwijd klimaat. (Figuur 2.12) Misschien stierf een groot deel van de meer tropische planten (met inbegrip van veel varens en varenachtigen) uit tengevolge van de klimaatverandering maar konden de beter aan het koude seizoer geadapteerde vormen deze verandering overleven.
Het schijnt dat verschillende plantenfamilies alleen procentueel veranderd zijn. Er waren eens veel meer varens en varenachtigen vergeleken met de zaadplanten. Fossiele planten worden geclassificeerd in duidelijke families en deze vertonen geen voorbijgegane schakels. Integendeel, uitgezonderd de uitgestorven soorten, kunnen fossiele planten van het allereerste begin af geÏdentificeerd worden in dezelfde klassen die we voor de huidige planten gebruiken.
Figuur 2.12 De gegevens schijnen te wijzen op een gelijktijdig wereldwijd mild klimaat. Men is het niet eens over de reden hiervan, hoewel sommige creationisten er op wijzen dat een watergewelf een rol gespeeld kan hebben.
geadapteerd: aangepast aan zijn omgeving.
Dit is ook waar voor de waterplanten die "algen" genoemd worden. Harold Bold schrijft, “gefossiliseerde algen zijn in bijna ieder geval vrijwel gelijk aan. . . de tegenwoordige algen''. Hij voegt er aan toe dat al de hoofdafdelingen van algen gevonden worden in het laagste Cambriumgesteente  2).

algen: niet houtige groene planten, die gewoonlijk in water leven.
1.Hoe denk je dat evolutionisten onze kennis van fossiele planten zouden interpreteren?... en creationisten?
2.Veronderstel je dat toekomstig onderzoek nog evolutionaire schakels tussen plantengroepen zal ontdekken?
3. Vele planten die onze uitgestrekte steenkoolafzettingen vormen zijn uitgestorven.
a. Hoe zou je dit verklaren?
b. Hoe zou een creationist dit uitsterven verklaren?
c. Hoe zou een evolutionist dit uitsterven verklaren?