Oorsprong van de reptielen; schubhuidige dieren.
Figuur 2.20 Levende voorbeelden van die schubhuidige dieren, de reptielen.
De levende reptielen omvatten hagedissen, slangen, schildpadden en krokodillen. Het zijn meestal droge, schubhuidige dieren die leerachtig omhulde eieren op het land leggen.
Figuur 2.21 toont het skelet van. de Seymouria, een fossiel reptiel met een skelet dat op bepaalde punten overeenkomt met dat van amfibieën. De Seymouria wordt soms aangevoerd als een evolutionistische schakel tussen amfibieën en reptielen, maar het komt in de geologische, kolom “na” andere reptielen. U ziet dat dit een andersoortig probleem oplevert. Kun je een antwoord op dit probleem bedenken dat een evolutionist zou voldoen? Creationisten zouden zeggen dat de fossielen aantonen dat reptielen altijd reptielen zijn geweest.

Seymouria: het uitgestorven reptiel waarvan vele evolutionisten denken dat het het dichtst bij de amfibieën staat.
Figuur2.21 Meer “gevorderde" reptielen(Hylonomus) worden lager in de geologische kolom gevonden dan ,,primitieve" vormen (Seymouria) die veel meer gelijken op amfibieën. Wat betekent dat voor een evolutionist?       een creationist?

We moeten werkelijk niet verwachten dat fossielen ons helpen om te besluiten of amfibieën evolueerden in reptielen. Fossielen van gewervelde dieren bestaan meestal uit botten en tanden, en er zijn weinig verschillen in skelet bij bepaalde groepen amfibieën en reptielen die tegenwoordig leven. Toch kunnen we gemakkelijk zien dat levende amfibieën en levende reptielen verschillende klassen vertegenwoordigen. We zien dat jonge reptielen erg veel op de volwassen dieren lijken wanneer ze uit de op het land gelegde eieren kruipen. Amfibieën beginnen als kikkervisjes die in water leven en zij moeten veranderen in volwassenen die op het land verblijven. De feitelijke verschillen tussen deze twee groepen zijn werkelijk groot.
Figuur 2.22 Uit reptieleneieren kruipen jongen die op hun ouders lijken, uit amfibieëneieren kruipen kikkervisjes die sterk veranderen moeten om volwassen te worden.

Wanneer we de zachte delen en de levenscyclus van Seymouria konden zien dan zouden we gemakkelijk in staat zijn te zeggen of het een reptiel of een amfibie was. Fossielen kunnen ons dat soort inlichtingen juist niet geven. De fossielen vertellen ons echter wel veel over een speciale groep van reptielen, de dinosaurussen.

Dinosaurussen - Die verschrikkelijke hagedissen.
Figuur 2.23 Verschillende soorten dinosaurussen zijn gevonden als complete en bijna complete skeletten.
Fossielen van dinosaurussen worden op ieder continent in de wereld, inclusief het subcontinent Australië, gevonden. Hun fossielen worden zowel in het uiterste noorden op Spitsbergen in de Noordelijke IJszee als zuidelijk op de uiterste punt van Zuid-Amerika gevonden. Ze verschijnen in grote verscheidenheid en vele afmetingen. Sommigen zijn zo klein als kuikens en sommigen wegen meer dan 50 ton. Uitgestrekte fossiele massagraven van dinosaurussen worden gevonden in, Noord-Amerika,Afrika Aziëen andere plaatsen
Figuur 2.24 Over de hele wereld zijn fossielen van dinosaurussen gevonden.
Dinosaurussen worden in slechts drie gëologische systemen gevonden: Trias, Jura en Krijt (Figuur 2.25). Evolutionisten voegen deze drie systemen samen tot het Mesozoïcum, of ,”Reptielentijdperk". Zij behandelen rotsen uit het Mesozoïcum als tijdperioden. Creationisten voegen eveneens de dinosaurussystemen samen in een Mesozoïcumzone of reptielenzone. Zodoende zijn de systemen uit het Mesozoïcum ofwel de tijdsperioden, ofwel de plaatsen waar dinosaurussen overheersten.
Figuur 2.25 Dinosaurussen zijn gidsfossielen omdat ze in de uitgestorven delen van de kolom (het Mesozoi«cum) gevonden worden, zoals boven getoond is.
Waarom stierven de dinosaurussen uit? Deze vraag heeft wetenschapsmensen vele jaren beziggehouden. Sommigen wijten hun uitsterven aan straling door een exploderende ster. Anderen wijten dit aan een verandering in klimaat of mogelijk een virus "dinosaurusplaag". Sommigen suggereren zelfs dat ze dood gingen door constipatie omdat een laxerende plant in hun dieet uitstierf! Verscheidene wetenschapsmensen, zowel creationisten als evolutionisten, denken dat het uitsterven van de dinosaurussen hoogst waarschijnlijk veroorzaakt werd door een massale overstroming van de continenten. Dit veranderde natuurlijk de omgeving sterk, in feite zo sterk dat zij het niet konden overleven. Er zijn vele soorten dinosaurussen gevonden. Figuur 2.25 toont: Triceratops, die een goed beschermde gehoornde kop had; Stegosaurus, met lange stekels op zijn staart en grote platen op zijn rug; Trachodon, een dinosaurus met een eendesnavel; Ankylosaurus, een gepantserde dinosaurus; Tyrannosaurus, een reusachtige vleesetende dinosaurus; en Brachiosaurus, de grootste dinosaurus van alle, die meer dan 50 ton woog en wel 13 meter hoog reikte.
Konden al deze dinosaurussen geëvolueerd zijn uit een of ander soort reptiel? Hoewel er verschillende meningen heersen onder de experts, zei Dr. Barry Cox 6) dat de oorsprong van de dinosaurussen bijna net zo'n mysterie is als hun uitsterven.

“Hoewel vele bladzijden vol geschreven zijn in de discussie over het uitstervingsmysterie van de dinosaurussen, zijn hun oorsprong of oorsprongen met minstens evenveel onzekerheid omringd" 6).
Creationisten merken op dat in ieder geval lik basistype dinosaurus plotseling verschijnt zonder tussenvormen. Er kan bijvoorbeeld geen geleidelijke vorming gevonden worden voor de stekels en platen van Stegosaurus, voor het benige pantser en de staartknots van Ankylosaurus, of voor de eendesnavel van Trachodon.
Figuur 2.26 Verschillende uitgestorven soorten vliegende reptielen (,pterosaurussen ") zijn bekend als fossielen.


Vliegende reptielen - Gevleugelde monsters.

Er leefden eens, meende men, vliegende reptielen op aarde. Een vorm was slechts ongeveer een halve meter lang, maar Pteranodon had een vleugelbreedte van meer dan 15 meter (even groot als bij een F4 gevechtsvliegtuig). Alle vliegende reptielen hadden een lange vierde 'vinger' ter ondersteuning van het vleugelmembraan. Anders dan de andere reptielen had Pteranodon ook een meter lange tandeloze bek en een lange benige kam. Terwijl sommigen menen dat deze vliegende reptielen van niet vliegende reptielen (zoals de thecodonten) zouden kunnen afstammen, verwepen velen dit idee. De paleontoloog dr. E. C. Ols heeft vastgesteld dat er geen spoor van overgansvorm tussen niet en wel vliegende reptielen bestaat  7) Anderen menen dat dit precies is wat men zou verwachten, wanneer vliegende reptielen geschapen waren.
Figuur 2.27 Er zijn vele zeereptielen gevonden. Voorbeelden zijn de plesiosaurus (boven) en de ichthyosaurus (beneden). Beide zijn uitgestorven.
Bijna net zo vreemd als de vliegende reptieln, maar voor een totaal ander leefmilieu bestem waren de zeereptielen. Zij zijn nu uitgestorven maar hun fossiele resten tonen aan dat ze reptielen waren en geen vissen. De Plesiosaurus had zwemvoeten in plaats van gewone voeten en poten; lchthyosaurus zag er net zoals een vis uit, en zwom net zo als de meeste vissen tegenwoordig. (Fig 2.27). Evolutionisten geloven dat deze zeereptiel zich ontwikkelden uit op het land verblijvende soorten. Creationisten geloven dat het uitgestorven soorten zijn, die afstammen van geschapen voorouders.

1. Wat is het belangrijkste verschil tussen levende reptielen en levende amfibieën? Kunnen we verwachten dat fossielen ons iets meedelen over de oorsprong van dit verschil?
2. Evolutionisten geloven dat sommige amfibieën hun kikkervisstadium opgegeven hebben en eieren (met schaal) konden leggen op het land. Kijk in andere bronnen. Zijn er ook goede theorieën over hoe deze verandering plaats gevonden zou kunnen hebben? Is dit een probleem voor evolutie, een ondersteuning voor schepping, of geen van beide?
3. De Seymouria wordt hoger in de kolom gevon den dan" meer gevorderde" reptielen. Wat betekent dat voor evolutionisten? ... en voor creationisten?
4. Wat zijn een paar interessante feiten betref-' fende dinosaurussen waarover creationisten en evolutionisten het eens zijn? Welke verschillen zijn er in de interpretatie van sommige van deze feiten?
5.Vliegende reptielen en zeereptielen hebben skeletten die sterk verschillen van de op het land verblijvende reptielen. Zijn er fossielen die tonen hoe landvormen geëvolueerd zijn tot vliegende en zwemmende vormen? Hoe reageren evolutionisten op de gegevens die we bij de hand hebben? ... en de creationisten?