Creationisten geloven dat alle principieel verschillende soorten planten en dieren in volle maturiteit geschapen werden door een bovennatuurlijke Schepper. Behoudens de uitgestorven soorten zou iedere basissoort geheel compleet in de fossielenrij verschijnen, zonder voorouders in een incomplete vorm. De fossielen zouden moeten aantonen dat levende objecten plotseling ontstaan in vele verschillende complexe vormen. Volgens dit idee, zouden we verwachten fossielen te vinden van verschillende basistypen of groepen die gelijk zijn aan die welke we heden ten dage hebben. We zouden verwachten fossielen te vinden van vissen en amfibieën, maar we zouden niet verwachten fossielen te vinden van vissen die geleidelijk veranderen in amfibieën. Bij de vissen zouden we fossielen verwachten van haaien, palingen, zwaardvissen en katvissen, zonder aanwijzingen dat deze verschillende soorten ooit anders waren.
Bij de ongewervelde fossielen zouden we verwachten wormen, kwallen, sponzen, slakken, zeesterren, koralen en schelpdieren te vinden. Er zouden geen fossielen van tussenvormen verschijnen en we zouden niet verwachten fossielen te vinden die er op zouden wijzen dat een of ander ongewerveld dier geleidelijk veranderde in een vis. Iedere essentieel verschillende plant of diersoort zou in de fossielenreeks moeten verschijnen zonder tussenvorm.