De leerlingen leren over fossielen en aardlagen en de daarbij horende honderden miljoenen jaren, zonder dat hun verteld wordt dat die miljoenen jaren een gevolg zijn van interpretatie van de feiten door een model is dat opgesteld is uitgaande van evolutie en een uniformitaristische visie.
Unifomitarianisme wil zeggen dat alle processen in het verleden op gelijke wijze en snelheid verlopen als thans, of in andere woorden: 'Het heden is de sleutel tot het verleden'. De evolutietheorie vertelt ons dat een geleidelijke ontwikkeling van lagere naar hogere orde voor de levensvormen en geologische processen die gedurende al die tijd net zo verlopen zijn als in het heden.
De uniformitaristische visie blijkt bij de interpretatie van de zogenoemde geologische kolom. Dat is een kolom die de volgorde weergeeft waarin men de lagen gesteenten gewoonlijk aantreft. In deze gesteenten vindt men fossielen die min of meer kenmerkend zijn voor de lagen. Onderin de kolom vindt men fossielen van kleinere organismen en waterdieren, terwijl bovenin fossielen van grotere dieren voorkomen. Deze feiten kunnen door elke onderzoeker waargenomen worden. (In de afbeelding zijn een aantal lagen weergegeven.)
In het evolutiemodel wordt deze opeenvolging van fossielen verklaard door aanname van een geleidelijke ontwikkeling van de ene soort uit de andere. In het catastrofemodel wordt deze volgorde verklaard door uit te gaan van de wereldwijde catastrofe die in de Bijbel beschreven staat als de zondvloed, die grote modderstromen tengevolge gehad zal hebben. Eerst worden de zwakke weekdieren bedolven, landdieren zullen het stijgende water zo lang mogelijk ontvluchten door hoger te klimmen en de mens als intelligent wezen zal middelen gebruiken om zo lang mogelijk boven water te blijven. Voor wetenschappers die de Bijbel geloven geeft de volgorde van de fossiele resten in de geologische kolom een krachtig bewijs van de bijbelse waarheid.